
In het tweede deel over de vangst van garnalen nu aandacht voor de verduurzaming van de vangst,pelstations en het nieuwe garnalenpelcentrum
Schrijven over de garnaal zonder Zoutkamp te noemen is net als de Waddenzee beschrijven zonder getij. Zoutkamp, het lieflijke kleine visserijplaatsje is een geamputeerde haven geworden na het afsluiten van de Lauwerszee in 1969. Het dorp met zo’n 1200 inwoners raakte zijn ziel kwijt met het vertrek van Wagenborgs veerdienst en de garnalenvloot naar de nieuwe haven van Lauwersoog. Mega grote sluizen ( ‘de broodroosters’) en een nieuwe visafslag verrezen aan het Lauwersmeer en de Waddenzee. Mensenhanden schiepen een militair oefenterrein en een natuurpark omzoomd door bungalows, een camping en een jachthaven. Vooruitgang voor de ander, achteruitgang voor de ander. Wat echter bleef was de garnalenvisserij. Een beroepssector die zich met windkracht 8 aan het vernieuwen is.
Verduurzaming
De visserijsector- daartoe aangezet door de publieke opinie in de vorm van natuurbeschermers en in haar kielzog de overheden- is naarstig op zoek naar duurzame vormen van visserij. Denk daarbij aan beperkingen van de aantallen te vangen vis en van de te bevissen gebieden. De overheden in Nederland en de rest van Europa gebruiken vergunningen en quota-regels als sturingsinstrument. Ook het transport is voorwerp van studie: Hoe kun je de vissersschepen verduurzamen? Als het om de bescherming van de natuur gaat, is de techniek van de vangst van belang. Beroering van de waddenbodem kan immers tot ernstige beschadiging leiden. De kokkelvisserij heeft zo haar sporen drastisch achtergelaten.
Hollandse garnalen worden gevangen langs de Noordzeekust en in de Waddenzee. De internationale waddenvloot telt ongeveer vijfhonderd schepen die zijn uitgerust voor de garnalenvisserij. Hoe vissen onze zeebonken, wat voor vistuig gebruiken ze? In hoeverre woelt het tuig de bodem om, wat is het effect op kwetsbare dieren die aan de oppervlakte leven, zoals kokerwormen en jonge mosselen. Hoe staat het met de bijvangst?
Boomkor en pulskor
Tot voor kort maakten de meeste Noordzeevissers gebruik van de boomkor. Zo’n kor of visnet werkt met een rollenpees: een touw met ronde blokken die over de bodem rollen en de garnalen opschrikken. De boomkors berokkent veel schade aan de natuur omdat zware visnetten over de zeebodem slepen. De laatste jaren heeft er een omslag plaatsgevonden en gebruiken steeds meer vissers op hun kotters een nieuw soort vistuig: de pulskor: de garnalen worden met stroomstootjes opgeschrikt. Deze techniek zorgt voor minder bodemberoering, minder brandstofkosten en minder bijvangst. Zo te zien het ei van Columbus waar producenten en consumenten blij van kunnen worden.
Multinationaal
Zijn de garnalen eenmaal aan boord, dan worden de garnalen gekookt, gewassen en gekoeld opgeslagen voor het vervoer naar visafslagen in o.a. Lauwersoog, Zoutkamp, Harlingen en Den Oever. Hierna moeten de garnalen nog gepeld worden. Meestal worden de ongepelde garnalen in vrachtwagens naar landen als Polen en Marokko vervoerd omdat daar de lonen voor de pellers veel lager liggen. De gepelde garnalen komen dan weer via de snelweg terug naar Nederland. Een omstreden productiewijze, maar het tij lijkt te keren waardoor het buitenlandse pellen wellicht binnenkort verleden tijd is.
Pelstations
In Zoutkamp zijn al meer dan honderd jaar mensen ondernemend met garnalen. Bekende namen waren Heidema en Van der Ploeg , we kennen ze nu onder de samengevoegde naam van Heiploeg, nummer 1 in Europa op het gebied van verwerking en distributie van Noordzee garnalen. In Zoutkamp heeft Heiploeg een gespecialiseerde fabriek voor koelverse seafoodproducten. Heiploeg heeft verder een eigen pelstation in Marokko en een kantoor in India in verband met de vangst en verwerking van tropische garnalen zoals de Seabobgarnaal en de Vannameigarnaal. Bij Heiploeg werken in totaal zo’n 2500 mensen.
Garnalenpelcentrum
In Lauwersoog staat een nieuwe pelfabriek, getiteld GarnalenPelCentrum van Kant BV. Een echt familiebedrijf met aan het roer drie broers, Klaas, Alfred en Richard Kant uit Leens. Zij hebben met elkaar een nieuw pelprincipe ontwikkeld en gepatenteerd. Hiermee willen ze de Hollandse garnaal in Nederland machinaal pellen. Met deze innovatie zou een einde kunnen komen aan de omstreden pellerij in Marokko. Een ander voordeel van het machinaal pellen in Nederland is de snelheid. Garnalen die gisteren nog in zee zwommen kunnen vandaag gepeld worden en morgen bij de klant liggen. De smaak, geur, kleur en structuur van de garnaal gaan niet verloren tijdens het pelproces. Het lijkt erop dat met het machinaal pellen in Lauwersoog een duurzaam alternatief ontstaat voor het handpellen in Marokko en Polen. Wat de concurrentie doet, is nu de hamvraag: Kant versus Heiboer. David tegen Goliath?
(RTV Noord wijdde 5 juni 2016 een documentaire aan het garnalenpellen aan in het programma CUNERA)